26-11-2012

Catalonië onafhankelijk verklaren? Voor ERC ooit een fluitje van een cent!

Of de elf zetels verkiezingswinst van Esquerra Republicana de Catalunya een zelfbeschikkingsreferendum dichterbij brengt  - laat staan de onafhankelijkheid- , dat valt nog te bezien. De partij van Oriol Junqueras heeft wél de nodige ervaring met het uitroepen van een Catalaanse staat.
 
De laatste staat met de naam Catalonië  had een bestaansduur van 10 uur. Op 6 oktober 1934, om acht uur ´s avonds, betrad president Lluis Companys het balkon van het Palau de Generalitat aan het Plaça de Sant Jaume in Barcelona. Daar verklaarde hij met plechtige woorden dat Catalonië voortaan een republiek was. De volgende ochtend om zes uur was alles over. 


Grootvader
Drie jaar eerder, in 1931, waren de Spaanse gemeenteraadsverkiezingen gewonnen door de socialisten en  de republikeinen, sinds eind 1930 samen verenigd in wat de Voorlopige Republikeinse regering werd genoemd.  In Catalonië  was  dat jaar Companys´ partij Esquerra Republicana de Catalunya (ERC) de  grote winnaar. 
14 april 1931: Francesc Macià roept de Catalaanse staat uit
Op 14 april 1931 deed koning Alfons XIII troonsafstand en werd in Madrid de Tweede Spaanse Republiek uitgeroepen. Feest in de Spaanse hoofdstad. Op de Puerta del Sol gingen de mensen uit hun bol. 
Eerder die dag had een euforische Lluís Companys, op dat moment civiel gouverneur van de provincie Barcelona, in de Catalaanse hoofdstad al ‘de Republiek’ uitgeroepen. 

De laatste Catalaanse staat bestond tien uur

ERC-leider Francesc Macià - al op leeftijd en door zijn landgenoten liefkozend l´avi, (grootvader) genoemd -  wist van niks, barstte in woede uit, en proclameerde vervolgens een Catalaanse Republiek als ‘lidstaat van de Iberische federatie’. Een federatie die niet bestond. Onder hevige druk van de voorlopige Republikeinse regering moest Macià de dagen daarna inbinden. Macià mocht president worden van een autonoom regeringsapparaat ( de Generalitat), maar dan wel binnen de Spaanse staat. 

Augustus 1931: demonstratie voor het eigen statuut.
In augustus 1931 volgde een referendum over een eigen Catalaanse ´grondwet´, het Estatut de Autonomia. Maar liefst  562. 691 Catalanen (99 % van de stemgerechtigden - alléén mannen) stemden voor, 3276 stemmers waren tegen. Na veel discussie keurde het Spaanse parlement een verwaterde versie van het statuut goed, op 9 september 1932. Bij de parlementsverkiezingen van dat jaar behaalde de ERC vervolgens twee keer zoveel stemmen als de behoudender LLiga Regionalista. Francesc Macià werd president van Catalonië.

Onstuimig 
De regering-Macià maakte van het Catalaans de officiële taal en voerde de bestedingen in de gezondheidzorg en het onderwijs  fors op. Maar toen overleed eind 1933 opa Macià. Zijn opvolger was de nummer twee van de ERC, de veel jongere en nog veel onstuimiger Lluis Companys. Een van diens eerste maatregelen was de goedkeuring van een wet op teeltcontracten, waardoor pachters meer rechten kregen. Niet alleen de Lliga Regionalista lag dwars, ook het conservatieve Spaanse parlement was tegen. De heren in Madrid verwierpen de wet als zijnde in strijd met de grondwet. Daarmee waren de verhoudingen tussen Companys en Spanje op scherp gezet. 

Ondertekening van het Catalaanse statuut door de Spaanse president Alcalá-Zamora.

Dynamiet
De conservatieve wind veroorzaakte een golf van protestacties, waaronder een algemene staking. In Asturië kwamen 40.000 mijnwerkers in opstand. Om de rebelse – en met dynamiet gewapende - mijnwerkers  een lesje te leren, deed de getergde regering een beroep op een jonge generaal die furore had gemaakt in Noord-Africa: Francisco Franco. De toekomstige Caudillo en zijn ´moorse´ legioen deden wat van hen werd verwacht, ten koste van zo´n 1500 doden en 3000 gewonden.
Asturië 1934: de Guardia Civil voert gearresteerde mijnwerkers weg.

Catalaanse staat
“Liberaal, democraat en republikein, Catalonië kan zichzelf niet afzijdig houden van de protesten die het land overspoelen", sprak Lluís Companys op 6 oktober 1934 vanaf het balkon van het generalitatspaleis.  "In naam van het volk en het parlement, de regering waarvan ik president ben, neemt alle bevoegdheden over die verbonden zijn met de macht in Catalonië, en verklaart de Catalaanse staat binnen de Federale Republiek Spanje.”


Het Plaça d'Àngel, 6 oktober 1934.

 De centrale regering in Madrid reageerde met het uitroepen van de staat van beleg. Troepen onder leiding van generaal Batet bezetten Barcelona en beschoten overheidsgebouwen. Companys, die had geweigerd de steeds machtiger en talrijkere anarchisten van Barcelona te bewapenen, had slechts de beschikking over een groepje Catalaanse paramilitairen, de Escamots.

Achter de tralies: Lluís Companys (3de van links) en zijn kompanen, 7 oktober 1934.
De volgende ochtend om zes uur was de ongelijke strijd gestreden. Companys werd gearresteerd en veroordeeld tot 30 jaar opsluiting in de gevangenis El Puerto de Santa Maria, in het verre Cádiz. 
Op 16 februari 1936 kreeg hij amnestie, nadat de Spaanse verkiezingen waren gewonnen door het Front Popular, een coalitie waarvan ook het ERC deel was. Opnieuw werd Lluis Companys president van Catalonië. 


1 maart 1936: Lluís Companys is terug in Barcelona.
Kort daarna begon de burgeroorlog.




















Geen opmerkingen:

Een reactie posten