Welke tien openbare kunstwerken in Barcelona zijn het meest universeel? Dat wilde de organisatie Capital de la Cultura Catalana weten. Meer dan 7000 Barcelonezen mailden hun favorieten. Vandaag de laatste van een serie posts: de top vijf.
Over de avonturen van de rebelse burgemeester Bartomeu Robert y Yarzábal en zijn monument schreven wij eerder op deze blog.
Pablo Picasso leefde tussen 1895 en 1904 in Barcelona. Het waren de hoogtijdagen van Modernisme en Textiel – de stad telde rond 1900 maar liefst 742 textielfabrieken. Tàpies laat Picasso´s Barcelona zien via een modernistisch ensemble Cubist style - is het een spiegel, sofa, kast of dit alles tegelijk? - bij elkaar gehouden door touwen en lakens.
Vijfentwintig beelden van Miró (1883-1983) had diens park moeten krijgen, maar het is door de 'vroegtijdige' dood van de kunstenaar gebleven bij Vrouw en Vogel. Miro´s vogelvrouw is eigenlijk een gigantische, 22 meter grote penis (uniseks, dat wel, want voorzien van een vulva), maar daar hoor je nooit iemand over, in de stad van de prominent aanwezige reuzendildo Torre Agbar.
De hoorn helemaal bovenop is een verwijzing naar het de stierenslachthuis dat hier ooit stond, eindbestemming van de beesten die een paar meter verder in Les Arenes door de toreros waren gedood. De oorspronkelijke naam van het park is zelfs Parc de l’Excorxador (Park van het Slachthuis), maar die is door dat ene beeld van Miró verdrongen.
De meeste Barcelonezen kennen ongetwijfeld slechts één van de kleinere replica´s van Verdriet, die in een vijver van het Ciutadella-park. Eigenlijk gaat het om een replica van een replica. Het marmeren exemplaar uit 1917 was in 1984 te ver heen en werd toen vervangen door een gipsen versie.
Josep Llimona (1864-1934) was in 1893 van de oprichters van de Cercle Artístic de Sant Luc. Deze club van conservatieve katholieke kunstenaars -Gaudí was prominent lid - zag naakt in de kunst (en misschien ook wel daarbuiten) niet zitten. Tot de eigen zeden begin 20ste eeuw wat soepeler werden en Llimona zijn verdrietige naakte vrouw kon scheppen.
Op nummer 1 vinden we het beroemste lid van de Cercle Artistic de Sant Luc, Antoni Gaudí, met zijn ‘draak die ook een salamander zou kunnen zijn’ .
Bij de creatie zou het er nogal wild aan toe zijn gegaan. De architect sprong rond op een metalen mal totdat het ding de gewenste vorm had, zo wil het verhaal.
De interpretaties over waar het beest voor staat schieten ook alle kanten op. De mythologische draak Python, beschermer van de ondergrondse waterwerken van de Delphi-tempel; een alchemistisch symbool voor vuur; een verwijzing naar het wapen van Nîmes, de stad waar Eusebi Güell zo´n fijne studietijd had...kiest u maar.
BCN BITES - kijk voor meer nieuws over Barcelona en Catalonië op onze Facebook pagina!
5. Josep Llimona - Monument Al Doctor Robert (1910). Plaça de Tetuan
4. Antoni Tàpies - Homenatge a Picasso (1983). Passeig de Picasso
3. Joan Miró – Dona i ocell (1983). Parc de Joan Miró
Vijfentwintig beelden van Miró (1883-1983) had diens park moeten krijgen, maar het is door de 'vroegtijdige' dood van de kunstenaar gebleven bij Vrouw en Vogel. Miro´s vogelvrouw is eigenlijk een gigantische, 22 meter grote penis (uniseks, dat wel, want voorzien van een vulva), maar daar hoor je nooit iemand over, in de stad van de prominent aanwezige reuzendildo Torre Agbar.
Miro´s vogelvrouw is eigenlijk een gigantische, 22 meter grote penis
De hoorn helemaal bovenop is een verwijzing naar het de stierenslachthuis dat hier ooit stond, eindbestemming van de beesten die een paar meter verder in Les Arenes door de toreros waren gedood. De oorspronkelijke naam van het park is zelfs Parc de l’Excorxador (Park van het Slachthuis), maar die is door dat ene beeld van Miró verdrongen.
2. Josep Llimona - Desconsol (1907). Museu Nacional d’Art de Catalunya
Josep Llimona (1864-1934) was in 1893 van de oprichters van de Cercle Artístic de Sant Luc. Deze club van conservatieve katholieke kunstenaars -Gaudí was prominent lid - zag naakt in de kunst (en misschien ook wel daarbuiten) niet zitten. Tot de eigen zeden begin 20ste eeuw wat soepeler werden en Llimona zijn verdrietige naakte vrouw kon scheppen.
1. Antoni Gaudí - El Drac (1903). Park Güell
Bij de creatie zou het er nogal wild aan toe zijn gegaan. De architect sprong rond op een metalen mal totdat het ding de gewenste vorm had, zo wil het verhaal.
De interpretaties over waar het beest voor staat schieten ook alle kanten op. De mythologische draak Python, beschermer van de ondergrondse waterwerken van de Delphi-tempel; een alchemistisch symbool voor vuur; een verwijzing naar het wapen van Nîmes, de stad waar Eusebi Güell zo´n fijne studietijd had...kiest u maar.
BCN BITES - kijk voor meer nieuws over Barcelona en Catalonië op onze Facebook pagina!