Tijdens een van de laatste dagen van mijn verblijf in Barcelona regende het veel en hevig. Ondanks de regen ging ik ´s ochtends naar de bank. Doordrenkt kwam ik terug in mijn hotel. Daar hoorde ik dat het water op de Rambla geen uitweg vond; de waterspiegel steeg. Vanaf mijn balkon zag ik dat de catastrofe steeds groter werd. Ik was getuige van een huiveringwekkend schouwspel. De geweldige kracht van het water! De loeiende modderstroom ontwortelde bomen en planten. In de winkels steeg het water de mensen tot aan de heupen. Iedereen schreeuwde of huilde. Later hoorde ik dat verschillende personen in de rioolgaten verdwenen waren.
Sprookjeachtig was het weer niet, de laatste dagen in Barcelona. Dat de Ramblas ooit een afwatering voor het overtollige water was, je kon het je opeens beter voorstellen. Maar zo erg als in 1862, toen Hans Christiaan Andersen bovenstaande woorden schreef, was het natuurlijk bij lange na niet.
En vandaag? Vandaag is het (bijna) droog. Zelfs de zon laat zich weer voorzichtig zien.
Welkom in Barcelona!
Sprookjeachtig was het weer niet, de laatste dagen in Barcelona. Dat de Ramblas ooit een afwatering voor het overtollige water was, je kon het je opeens beter voorstellen. Maar zo erg als in 1862, toen Hans Christiaan Andersen bovenstaande woorden schreef, was het natuurlijk bij lange na niet.
En vandaag? Vandaag is het (bijna) droog. Zelfs de zon laat zich weer voorzichtig zien.
Welkom in Barcelona!
De Ramblas ter hoogte van Pla de la Boqueria, 15 september 1862. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten