08-02-2012

Kijk maar, je ziet niet wat je ziet (1): de vier zuilen uit Troje

De brug in de Carrer del Bisbe. Een beetje scheef gefotografeerd
en daardoor nóg ouder lijkend...

Wat is echt oud en wat niet? Je ziet het vaak niet wanneer je door de Gotische wijk van Barcelona loopt. Neem de carrer del Bisbe, vlakbij de kathedraal. Daar verbindt een nep-gotische (nee, niet neo-gotische) loopbrug het Palau de Generalitat met een van de Casas de Cononges, de middeleeuwse paleizen in de straat. Die paleizen werden vanaf 1927 gerestaureerd - en ook lichtelijk ouder gemaakt, daarover een andere keer meer. De brug, een ontwerp van de architect Rubió i Bellver, dateert uit 1928. Nep-oud en ´splinternieuw´ komen hier dus samen.


Het voorbeeld van de brug is bekend en staat dan ook in alle Barcelona-gidsen. Wat je in die gidsen (nog) niet treft, is het volgende voorbeeld van iets dat juist veel ouder is dan je denkt:

 
We blijven bij het regeringsgebouw, de Palau de Generalitat. De renaissancistische voorgevel daarvan bevindt zich aan de Plaça de Jaume en is een werk van Pere Blai, die daar in 1597 mee begon. In de loop der tijd werd van alles aan die gevel veranderd en toegevoegd. Sant Jordi en zijn draak bijvoorbeeld (op de foto hieronder nauwelijks zichtbaar) zijn van 1860.  Maar die nep-Romeinse zuilen, die moeten van Blai zijn, denk je. Renaissance-bouwmeesters als hij waren immers zwaar beïnvloed door hun Griekse en Romeinse voorgangers.







Troje
Klopt. De zuilen zijn van Blai. Maar niks nep, ze zijn écht Romeins. Blai haalde ze uit Tarragona, waar ze eerder deel waren van een kerk, een paar kilometer buiten de stad. Voorafgaand aan hun christelijk carrière echter, dienden ze als steunpilaren van een Romeins paleis in Tarragona. Archeologen vermoeden dat het gaat om het verblijf van de Romeins keizer Adrianus, die in de winter van 122/123 verbleef in Tarragona - altijd een veel belangrijker stad voor de Romeinen dan Barcelona. 

 Voorafgaand aan hun christelijk carrière dienden de zuilen als steunpilaren van een Romeins paleis in Tarragona

Wat wél zeker is volgens de archeologen, is dat de granieten reuzen behoorden tot een partij van 45 prefab zuilen die aan het begin van de tweede eeuw geïmporteerd werd uit de streek rond Troje, in wat nu het noordwesten van Turkije is. De zuilen zijn dus niet zo heel veel jonger dan  hun vier zusters in de Tempel van Augustus, nog geen honderd meter verder in de Carrer del Paradís, die vermoedelijk van rond het begin van onze jaartelling dateren.
 

Troje blijft verrassen.


Het merk Barcelona
De gemeente Barcelona begon in de jaren twintig van de vorige eeuw bewust met wat je kunt noemen de vergotisering van de oude binnenstad. Het gebied rondom de kathedraal moest veranderen in een tastbaar ´bewijs´ van  de glorieuze Catalaanse Middeleeuwen en dan vooral van de 13e  en 14e  eeuw. Een periode waarin Catalonië – weliswaar als deel van de Kroon van Aragon - op een zeker moment het hele Middellandse-Zeegebied beheerste.
Die Barrio Gótico (de naam die werd bedacht voor het gebied rond de kathedraal) moest wonderen doen voor het nationale zelfrespect, dat ook een eeuw geleden al wel een impuls of twee kon gebruiken. Maar ook (en vooral) wonderen voor de Catalaanse portemonnee. Want zo´n Gotische Buurt, die levert mooie plaatjes op voor toeristen – in die tijd vooral Engelsen en Fransen uit de betere en natuurlijk zeer cultureel onderlegde klassen.

Om die buitenlandse elite te lokken, werd op initiatief van burgermeester Domingo Sanllehy in april 1908 La Sociedad de Atracción de Forasteros opgericht, de Maatschappij ter Aantrekking van Bezoekers. Een naam die niets aan de verbeelding overliet. Barcelona was dan ook geen levende stad meer, maar een product dat in de markt gezet moest worden. Luister bijvoorbeeld naar Josep Serra i Roca, een van de eerste touroperators van de stad: ´We introduceren dit nieuwe toeristische merk (…), en twijfelen jullie niet: als het nieuwe merk goed wordt uitgewerkt en het goed wordt gelanceerd, zal het product verkopen en is de markt ervoor verzekerd.”
Voor wie nog denkt dat woorden als ´merk´ nieuwe verschijnselen zijn in het promotiecircus van steden: Serra deed zijn uitspraak in 1929, vlak voor de Wereldtentoonstelling van dat jaar.

Kunsthistoricus Agustín Cócola schreef het boek El Barrio Gótico de Barcelona. Planificación del pasado e imagen de marca (2011, Ediciones Madroño). Daarin analyseert hij veertig gevallen van vergotisering in de buurt rond de kathedraal.



De Sociedad de Atracción de Forasteros schreef in 1928 in het eigen tijdschrift Barcelona Atracción dat de spiksplinternieuwe loopbrug over de Carrer del Bisbe ´perfect paste bij het karakter van oude gebouwen in de directe omgeving´. Zes jaar later stond deze foto in het blad. Onderschrift: ´De oude gebouwen in de calle del Obispo.´
 Nieuwsgierig naar het tijdschrift Barcelona Atracción?  Klik hier

Geen opmerkingen:

Een reactie posten