Denk aan Kerstmis in IJsland en je belandt in het
bevroren universum van Jón Kalman Stefánsson. Diens boeken kun je maar beter lezen,
gezellig samen bij de warme kachel. Dat doen de IJslanders dan ook massaal. Een
boek is een verplicht kerstcadeau.
Jolabokaflod heet dit
jaarlijkse fenomeen, letterlijk vertaald: ‘vloed van boeken’. Een Catalaanse
krant had het deze week over ‘de tsunami van het IJslandse boek’. Fout dus,
want een tsunami treedt onverwacht op, meestal als gevolg van een zeebeving.
Toch is deze IJslandse kersttraditie vrij jong. Het
begin ligt in Tweede Wereldoorlog. Papier was toen het enige betaalbare
product. Boeken waren volop verkrijgbaar en goedkoop en daarmee het ideale
kerstcadeau.
Filmer en auteur Jan Vrijman (1925-1997) maakte die
oorlog mee. Veel later, begin maart 1980, was hij ooggetuige van de slag om de Vondelstraat.
Legertanks en bereden politie maakte toen een hardhandig einde aan door krakers
opgeworpen barricaden in de Amsterdamse straat waar Vrijman woonde.
“Ik heb al die
tijd naar massale spreekkoren van krakers geluisterd en discussies aangehoord”,
schreef Vrijman in zijn verslag voor de
Volkskrant. “En steeds kwam het thema terug: Nederland politiestaat, Polak
grote zak, Polak ga terug naar Polen.” Polak was Wim Polak, de joodse
burgemeester van Amsterdam, wiens ouders in Auschwitz waren omgekomen.
Vrijmans vrouw had een persverklaring opgesteld, uit
protest tegen het overdreven staatsgeweld. Vrijman weigerde te tekenen. Pas
later welt uit zijn herinnering het waarom op. “En nu is het voor mij weer
1943.”
Dan volgt zijn verhaal over hoe hij als achttienjarige
jongen lid is van een kleine communistische verzetsgroep. Met drie man (‘Frits,
Bas en ik’) zullen ze bij een Amsterdam kantoor distributiebonnen weghalen om
ondergedoken joden te helpen. Er is verraad in het spel. Bas en Frits worden
afgemaakt. “Ik weet met een kuttekopperig schotwondje te verdwijnen.”
Vrijman eindigt zijn relaas zo: “Beste krakers,
actievoerders en buitenparlementaire activisten, neem me niet kwalijk, dat ik
jullie lastig val met zo’n onbetekend ouwelullenverhaaltje uit een tijd die
jullie geen flikker meer zegt. Maar er zijn belangrijke dingen gebeurd. In die
paar jaar zijn alleen in Nederland al honderdduizend mensen uit hun huizen
gesleept, dood geranseld en naar gaskamers gesleurd. Dat is fascisme, dat is
politiestaat en dat vindt elders in de wereld nog op grote schaal plaats. In
Nederland is nog een hoop rotzooi en een ontstellende hoeveelheid onrecht. Maar
maak me niet razend door de bestuursvorm van dit land te vergelijken met die
van het fascisme of een politiestaat. Wie dat doet belazert bovendien
zichzelf.”
Bovenstaand verhaal komt uit de inleiding van Felix
Rottenberg – de man die de PvdA weer groot zou gaan maken – bij een bundel met
columns die Jan Vrijman onder de naam Journaille schreef voor Het Parool. Het boek viel deze week uit de kast - sommige boeken willen gelezen worden. Toen ik
dat deed moest ik onwillekeurig denken aan de Catalaanse protestbeweging.
Vervang in bovenstaand citaat ‘Nederland’ door ‘Spanje’, laat ‘krakers’
weg en ook de gaskamers, en het zou zo maar over de Franco-dictatuur kunnen
gaan. Die geen vijf, maar veertig jaar duurde.
De jongste loot van de Catalaanse protestbeweging heet
Tsunami Democràtic. Over een week wil deze
tsunami-die-eigenlijk-een-vloed-is met een blokkade van Camp Nou de clásico FC Barcelona - Real Madrid verstieren. De autoriteiten sloten vandaag (woensdag) zelfs een
overstroming van het veld niet uit.
Spain, sit and talk is een
populair lemma van Tsunami Democràtic. Terecht, de dialoog tussen Spanje en
Catalonië is meer dan nodig, maar lees ook eens een boek. Bij voorkeur over de
Franco-tijd.
Hulde!
BeantwoordenVerwijderen