We zien een man
lopen op het strand. Dan is er een meeuw die dood is. De man bukt zich, bekijkt
de verstilde vogel een handvol momenten aandachtig, kuiert vervolgens verder. Thuisgekomen
doet hij zijn jas uit, gaat zitten aan tafel en schrijft een gedicht
over de dode meeuw.
Het fragment komt
uit een documentaire over Leo en Tineke Vroman. Op het internet vind ik de
documentaire niet terug, het gedicht wel:
De zon scheen en
we zagen een
meisje
uit haar muiltjes
verdwenen.
de zon scheen en
we zagen een
meisje uit haar muiltjes verdwenen.
De verf was aan
de hielen
door haar
lichtgewicht versleten
Door haar vader
vergeefs gekocht
om wat iemand
wilde en niet mocht
weer goed te
praten.
Achtergelaten en
niet vergeten
Waarom en waar
moet dat heen
met alles en
iedereen
zo verdwenen op
Plum Beach
waar de zon
scheen en
we haar niet
zagen
Een prachtig
gedicht, zij het zonder meeuw maar met een paar muiltjes.
Er was dan ook
helemaal geen dode meeuw op acht oktober 1994, de dag dat Vroman - vergezeld
van Tineke, die ik ook was vergeten - zijn strandwandeling maakte en op een
paar damessandalen stuitte.
Leo Vroman zou me
mijn vergeetachtigheid ongetwijfeld vergeven. “Ik heb nooit een geheugen gehad.
Ik mis het ook niet”, zei hij ooit.
Sommige dichters
hebben genoeg aan het hier en nu.
Foto: Leo Vroman (links) op het strand van Portrieux in Bretagne, 1925.
Meer over de achtergrond van dit gedicht hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten