Het is ogenschijnlijk een straatje van niks, maar de Carrer de la Plata, gelegen pal achter de oude haven van Barcelona, staat voor Geschiedenis met een grote G. De Carrer de la Plata komt uit op de Passeig de Colom en met die naam begint het al.
Columbus
Want de befaamde ontdekkingsreiziger heette volgens Catalaanse historici dus mooi Colom. Jazeker, beweren zij, Columbus was een rasechte Catalaan, evenals de meesten van zijn bemanningsleden. Een van hen, Galvany, was zelfs de allereerste Europeaan die voet op de Bahama´s zette, de eerste ontdekking van zijn baas in 1492. Buiten werktijd moet matroos Galvany een huis bewoond hebben ‘ergens’ in de Carrer de la Plata.
Picasso
Ergens ook in dezelfde straat, op nummer 4 of 5, huurde pa Picasso in 1896 voor zijn veertienjarige zoontje Pablo diens allereerste atelier. De eigenaren van de voormalige tapasbar op nummer 3 dachten er - ongetwijfeld om commerciële redenen - anders over. Op hun gevel prijkt een levensgrote reproductie van een van Picasso´s bekendste schilderijen.
Picasso schilderde het niet in de Carrer de la Plata - in 1899 verkaste hij al naar een nieuw atelier- maar in een Frans Pyreneeëndorpje, tussen 1906 en 1907. Toen kunstcriticus André Salmon het schilderij in 1916 voor het eerst tentoonstelde, doopte hij het werk Les Demoiselles d’Avignon - in dit filmpje een uitgebreide analyse van het werk - om een schandaal te voorkomen.
Catalaanse hoertjes
Want de Franse juffertjes uit Avignon waren in werkelijkheid Catalaanse hoertjes uit een bordeel vlakbij de Carrer de la Plata, aan de Carrer d’Avinyó nummer 44. Picasso ging, jong als hij was, weleens ‘buurten’ bij de roze dames. Bordeelbezoek door late pubers was een maatschappelijk geaccepteerd verschijnsel in het Barcelona van eind negentiende, begin twintigste eeuw
Picasso was niet blij met de fatsoensactie van Salmon. Zijn leven lang noemde hij het schilderij steevast El burdel.
De Franse juffertjes uit Avignon waren in werkelijkheid Catalaanse hoertjes
Bono
Haven betekent nu eenmaal Hoeren. Dat weet Pepe als weinig anderen. Al vijf decennia staat hij achter de bar La Plata, op de hoek met de Carrer de La Mercè. Ook het pand zelf is Geschiedenis. Boven de deur prijkt de op één na oudste bouwjaarvermelding van een civiel gebou in Barcelona: ANY MDCXLVIII. 1648.
De kroeg zelf dateert van 1945. Vooral ’s ochtends aan de bar of aan een van de zes tafeltjes vind je nog steeds voormalige dokwerkers en vissers uit de tijd, een paar decennia geleden, dat een een paar meter verder de industriële haven van de stad lag.
De heren genieten van hun wijntjes en van de vier befaamde tapas van La Plata – probeer de gefrituurde sardientjes, 'pescadito frito'! En wie weet kom je Bono tegen. De zanger van de Ierse rockband U2 komt als hij in de stad is altijd even langs.