30-08-2012

Een vampier in Barcelona

Ze kijkt lichtelijk ongelovig, op de enige bekende foto van haar. Alsof ze het zelf ook niet helemaal kan vatten. Haar misdaden zijn dan ook eigenlijk te gruwelijk voor woorden. Om er toch drie te noemen: kinderprostitutie; kinderontvoering; kindermoord. Na haar arrestatie in 1912 werd ze ervan beschuldigd tientallen kinderen gekidnapt en gedood te hebben, al werd uiteindelijk ´slechts´ een dozijn van haar vermeende slachtoffers geïdentificeerd.

Dodelijke combinatie

Het verhaal van Enriqueta Martí Ripollés (1868-1913) begint traditioneel: arm plattelandsmeisje komt naar de grote stad en werkt als dienstbode bij rijke mensen.
Gedienstig was Enriqueta zeker, maar vooral zeer ambitieus en gewetenloos. Een in haar geval letterlijk dodelijke combinatie. De fraai gedekte tafels die de jonge juffer haar bazen bood, werden al snel vervangen door haar eigen lichaam. Niet veel later dreef ze haar eigen luxe-bordeel, favoriet van talloze leden van Barcelona´s upper class. Dat een aantal van hen het liefst met kinderen het bed deelde? Geen probleem. U vraagt, Enriqueta levert.

“Enriqueta Martí zag simpelweg handel”, zei de auteur Fernando Gómez in een interview naar aanleiding van zijn boek El misterio de la calle Poniente. Een roman over het leven van Enriqueta en vooral over wat uiteindelijk haar core business werd: de handel in wondersmeersels voor de tere huidjes van de vrouwen en maîtresses van haar welgestelde cliënten. Een op zich onschuldige activiteit, ware het niet dat madam Martí haar middeltjes bereidde uit het bloed en lichaamsvet van kinderen die ze kidnapte in de nauwe, duistere straten van de armoedige volkswijk El Raval.


Toverboeken

De handel in bloed was volgens Fernando Gómez heel populair in het Barcelona van begin vorige eeuw, dus ver vóór de ontdekking van penicilline. Bloed diende als huismiddel tegen allerlei ziekten en kwalen, van tuberculose – een ware plaag in die jaren – tot uiteraard bloedarmoede. Voor haar middeltjes putte ze onder meer inspiratie uit oude ´toverboeken´ die de politie later aantrof in een van haar vele appartementen in en om de stad – het ooit arme dienstmeisje was een rijke zakenvrouw geworden.

De straat in de titel van Fernando Gómez´ roman (carrer Ponent in het Catalaans) was de locatie waar Enriqueta uiteindelijk tegen de lamp liep, op 27 februari 1912. Achter het raam op de eerste verdieping van het pand met nummer 29 zag een verbaasde buurtbewoner Teresita staan, een kind uit de buurt dat een paar weken eerder was verdwenen. 


Gecodeerde kaartjes

De gealarmeerde politie trof in de woning naast Teresita – door Enriqueta met een misplaats gevoel voor humor ´herdoopt´ tot Felicidad (Geluk) - een al eerder verdwenen meisje, Angelita. Zij vertelde de politie ooggetuige geweest te zijn van de moord door Enriqueta op een jongetje met de naam Pepito: de vrouw had het ventje op de keukentafel met een mes in koelen bloede gedood. Huiszoeking leverde een zak met kinderkleding en een bebloed mes op, naast botten, haren en menselijk vet. En, héél interessant, een pakketje kaartjes met daarop in gecodeerde vorm de namen van Enriqueta´s cliënten. Die code zou geen probleem vormen, bleek bij Enriqueta´s arrestatie. “Ik wil dat met mij de andere schuldigen terechtstaan,” verklaarde de vrouw.

Zo ver kwam het niet. De vampira del Carrer Ponent, zoals Enriqueta al snel werd genoemd, verdween in de gevangenis, in afwachting van haar proces. Wekenlang was de vampier hét onderwerp van gesprek in de kroegen van Barcelona. Toen werd het 15 april 1912 en verging de Titanic…

Ruim een jaar later werd Enriqueta Martí tijdens het luchten op de binnenplaats van de gevangenis gelyncht door medegevangenen. Althans, dat is de officiële versie. Een andere zegt dat ze werd vergiftigd, in opdracht van belangrijke mensen wier namen voorkwamen op de kaartjes van Enriqueta.
Joaquín Costa 29. Wat hangt daar te drogen op de eerste verdieping?

Gezellige kuierstraat

En zo blijft het mysterie van de calle Poniente honderd jaar na dato deels onopgelost. De straat zelf overigens draagt al sinds 1923 de naam Joaquín Costa. Anno 2012 is het een aangename kuierstraat, met een links en rechts een gezellige mix van leuke eettentjes, talloze winkeltjes van (vooral) Pakistani, Indiërs en Filippino´s plus, dankzij de nabijgelegen Universitat Ramon Llull, een handvol literaire cafés.

Luttele meters van de plaats des onheils vind je op nummer 33 het sfeervolle Casa Admirall, een van de oudere cafés (1860) van Barcelona. Bestel een lekker drankje, zak weg in een van comfortabele sofa´s en denk dan even terug aan waarover de vaste klanten van Admirall wekenlang spraken, dat bewogen voorjaar van 1912.


Update 03/12/2012: Voor wie het nog niet bloedig genoeg is, ga naar de House Of Wax en huiver!
Update 12 /12(2012:   Marc Pastor, forensich regisseur bij de Catalaanse politie, schreef ook een roman over de vampier van El Raval. De roman is in het Engels vertaald: Barcelona Shadows

Geen opmerkingen:

Een reactie posten