Tapas in Barcelona (foto: José Porras) |
Zoiets mag een vorstelijke uitvinding heten. Geen wonder dat in de belangrijkste legendes over het ontstaan van deze lekkernij een Spaanse koning de hoofdrol speelt. Sommigen zeggen dat het gaat om Alfonso X (1221-1284), bijgenaamd De Wijze (El Sabio in het Spaans). De goede man werd op een dag ziek en moest het bed houden. Alfonso´s lijfarts had geen idee wat zijn baas mankeerde, maar vooruit, een goed glas kan nooit kwaad . Waarop hij de zieke Alfonso een paar keer per dag een glaasje wijn gaf, vergezeld van kleine hapjes eten, zodat de vorst niet zou verhongeren.
Het bleek een gouden combinatie. In een mum van tijd voelde de koning zich weer kiplekker. Wat goed is voor mij is ook goed voor mijn onderdanen, dacht Alfonso.En dus bepaalde hij per wet dat herbergen en taveernen voortaan alleen wijn mochten schenken wanneer deze vergezeld ging van een hapje eten. Dit om te snelle dronkenschap te voorkomen. Dat hapje kon dan mooi gelijk je glas bedekken (tapar) , zodat je van meedrinkers ook geen last had. Die kregen de tapa/het deksel lelijk op de neus.
Zand in de sherry
Anderen schrijven de uitvinding van de tapa toe aan een veel latere Alfonso, koning Alfonso XIII (1886-1941). Tijdens een bezoek aan de provincie Cadiz vroeg de koning in een taveerne bij het strand om een glas sherry. Op dat moment kwam er juist een windvlaag door het raam. Zand in de koninklijke sherry, dat leek de dienstdoende ober geen goede reclame voor zijn baas. Hup, een plak ham op het glas. “Een deksel om zand in uw glas te voorkomen”, verklaarde aan de verbaasde koning. Briljant idee, dacht deze. Hij dronk en at en bestelde verheugd een tweede sherry. Met tapa uiteraard.
Wat goed is voor de koning, is goed voor ons, dacht het Koninklijke gevolg van edelen en ambtenaren . En binnen de kortste keren zat de hele taveerne aan de tapas.
Dan zijn er ook nog varianten ( waarin bijvoorbeeld niet zand maar muggen het vorstelijke glas bedreigen) op bovenstaande legendes. Hoofdrolspelers de katholieke koningen, Fernando II van Aragón (1452-1516) en Isabel I van Castilië (1451-1504). Inderdaad, het zelfde koningskoppel dat Columbus financieel in staat stelde om Amerika te ontdekken.
Tussendoortje
Genoeg Koninklijk gedoe. Over nu naar de harde werkelijkheid van de gewone Spaanse boeren en arbeiders gedurende de Middeleeuwen. Want die moesten zich na een sober ontbijt afbeulen op het land of in de werkplaats. Dan heb je halverwege de ochtend wel een tentempié (tussendoortje) nodig, ter overbrugging tot de in Spanje altijd late lunch. Behalve laat (grofweg tussen half twee en vier uur) is die lunch ook overvloedig. Vandaar de naam la comida, de maaltijd. Het belangrijkste en – zeker toen - meestal vetrijke eetfestijn van de dag. Een aanslag op de spijsvertering kortom, die noopt tot een ruime siësta. En voordat je dan aan de slag bent… zaak dus om vóór la comida zoveel mogelijk werk te verzetten. Met behulp van het tussendoortje. En een glas wijn niet te vergeten. Enthousiasmerend voor de geest en in de winter het lichaam verwarmend. (In het bloedhete Zuid-Spanje werd ´s zomers de wijn vervangen door gazpacho, koude soep).
Het gebruik van een drankje met hapje waaide over naar de steeds talrijkere tavernes en herbergen van Spanje. Daar ontstond waarschijnlijk ook de gewoonte het hapje als deksel te gebruiken, ter bescherming tegen muggen, zand of meedrinkers. Daar is geen Koninklijke instemming of regel voor nodig, slechts de juiste tapa. Die oertapa´s waren perfect. Plakken ham, kaas, worst, de simpele dingen dus die de mensen in de werkplaats en op het land ook aten, dankzij de eigen koeien en varkens.
Stappen
Anno 2012 ligt het even anders. De variatie aan tapas is overweldigend. En ook de functie is veranderd. De tapa is voor de Spanjaard vooral een sociaal fenomeen, een excuus om elkaar te ontmoeten en een goede tijd te hebben. Ir de tapas betekent voor velen dan ook zoveel als 'stappen'' – al worden meestal ook wel tapas gegeten.
In Baskenland zijn ze zelfs vergeten dat het eigenlijk ooit om de tapas – daar pintxos geheten - draaide. Ir de pintxos is veel minder populair dan ir de poteo of ir de txikiteo: in rap tempo een groot aantal bars afwerken, voor een gelijke hoeveelheid zuritos (kleine glaasjes bier) of txikiteos (kleine glaasjes wijn, ook wel potes genoemd).
Jammer, en ook nog eens onbegrijpelijk: de Baskische pintxos behoren namelijk tot de allerbeste tapas van Spanje.. Ontdek het zelf tijdens onze Fiets –Tapas Tour.