21-12-2018

Ja Sóc Aquí!

El Prat, het vliegveld van Barcelona, heet voortaan  'Aeropuerto Josep Tarradellas'. Zo besloot de Spaanse regering vandaag (en bijna ter plekke). Tot ergernis van de Catalaanse regering, die van niets wist. 

Toen de 'president in ballingschap' op 23 oktober 1977 op El Prat arriveerde, wisten veel Catalanen ook van niets. Sterker, ze hadden tot voor kort nog nooit van de man gehoord.  Het enthousiasme was er niet minder om.

 

Een passage in Homage to Barcelona, van de Ierse schrijver Colm Tóibín. We gaan met hem terug naar 23 oktober 1977, naar de Plaça de Sant Jaume in Barcelona:  

He went to the balcony of the Generalitat building in the square and began to address the crowd. He had had forty years to write the speech, a long time in politics, perhaps too long, and his rhetoric came across as bloated and vague. Ja sóc aqui he told us at the beginning of each sentence, as though he were Martin Luther King saying ´I have a dream´. But Ja sóc aqui simply means ´I am here now´ and nobody was impressed. 

That Sunday afternoon, less than two years after Franco´s death, the old man droned on from the balcony and the specially invited audience in the square began to laugh at their new President. Each time he said Ja sóc aqui further mirth broke out and in the weeks afterwards Ja soc aqui became a joke, something you said as you arrived in a bar.


Historisch
Tot zover Colm Tóibín, in 1977 bewoner van Barcelona en die dag in oktober ooggetuige, zoals hij zelf nadrukkelijk stelt: I was there the day Tarradellas came back to Barcelona. I stood in the Plaça de Sant Jaume and watched his car weave through the cheering crowd. It was to be a day of great emotion for Catalans.

Waarna de hierboven weergegeven beschrijving volgt van een gebeurtenis die in Catalonië altijd wordt gekoppeld aan woorden als beroemd´, mythisch, historisch. En niet alleen om het Ja sóc aqui. Het ging immers om de terugkeer van hun president. (Dat veel Catalanen een jaar eerder nog nooit van Tarradellas hadden gehoord, doet daar niets aan af.)

Colm Tóibín ziet het niet meer zo helder.
Kippenvel
Dat maakt nieuwsgierig naar de tv-beelden van bijna 35 jaar geleden. Gelukkig zijn die er. Op de site van de Spaanse televisie staat sinds 2009 in twee delen het complete verslag van de gebeurtenissen van de dag, die begon met de aankomst van Tarradellas op het vliegveld El Prat. De beelden worden op de site ingeleid met onder meer de volgende woorden:
Op 23 oktober 1977 vibreerde Catalonië, door de komst van haar president Josep Tarradellas. Het volk liet hem niet aan het woord; de burgers waren geëmotioneerd, opgetogen, gelukkig, vol vertrouwen en enthousiast. Ze wilden het Statuut. 

Toen Josep Tarradellas eindelijk kon spreken, waren zijn eerste woorden: 'Burgers van Catalonië:  ‘Ik ben hier’, een uitdrukking die je nog steeds, tot op de dag van vandaag, kippenvel bezorgen en tranen in je ogen. Plaats van handeling was de Plaça de Sant Jaume van Barcelona, waar een grote menigte zich had verzameld. Tarradellas kwam uit zijn ballingschap vol van energie en klaar om recht te doen aan Catalonië.

Wel wat anders dan het gelach en de spottende vrolijkheid van Tóibín.

Maar wie heeft er nu gelijk? Het tweede deel van de tv-beelden begint met de balkonscène. Oordeelt u vooral zelf, maar ik hoor en zie geen spottend lachende menigte, wel één die enthousiast reageert op de woorden van Tarradellas (vanaf 03.33).





Jolig
Het waarom van Colm Tóibíns woorden is mij een raadsel kortom. Stonden de gebeurtenissen de schrijver niet helder meer voor de geest  - Homage to Barcelona verscheen in 1990 - en liet zijn geheugen hem bij het schrijven in de steek? Of is het meer een kwestie van perceptie? Waren Tóibín en zijn vrienden uit het Barcelonese nachtleven op het moment zélf misschien niet zo helder? Beneveld door de nodige spiritualia en daardoor in een jolige stemming?

 De president zwalkt door het Catalaanse volkslied als een zwaar aangeschoten Maaier


Ja, nu, zoveel jaren later, kun je óók lachen om de tv-beelden, al gaat daarbij om ‘randverschijnselen´. De lipsyncende presidentsvrouw bijvoorbeeld. Wat meteen duidelijk maakt dat de toespraak van haar man in huize Tarradellas langdurig was gerepeteerd. (Géén veertig jaar, Tóibín, Tarradellas was pas in 1954 benoemd.)  


Zelfs zo langdurig dat het oefenen van Els Segadors  (De Maaiers) er kennelijk bij was ingeschoten: de president zwalkt door het Catalaanse volkslied als een zwaar aangeschoten maaier (vanaf 07.15) . 

Aandoenlijk, maar zeker ook grappig, doordat het prompt begint te plenzen. En wat zegt men in Spanje wanneer iemand slecht of vals zingt? Para, que va a llover! Stop, want anders gaat het regenen!


PS. Dat zingen is puur mijn mening. Mijn vrouw bijvoorbeeld, vindt dat Tarradellas prachtig zingt, 'met veel emotie'. Zo werkt de menselijke perceptie nu eenmaal.

20-03-2018

Columbus, Picasso en Bono in één straatje


Het is ogenschijnlijk een straatje van niks, maar de Carrer de la Plata, gelegen pal achter de oude haven van Barcelona, staat voor Geschiedenis met een grote G. De Carrer de la Plata komt uit op de Passeig de Colom en met die naam begint het al. 

Columbus
Want de befaamde ontdekkingsreiziger heette volgens Catalaanse historici dus mooi Colom. Jazeker, beweren zij, Columbus was een rasechte Catalaan, evenals de meesten van zijn bemanningsleden. Een van hen, Galvany, was zelfs de allereerste Europeaan die voet op de Bahama´s zette, de eerste ontdekking van zijn baas in 1492. Buiten werktijd moet matroos Galvany een huis bewoond hebben ‘ergens’ in de Carrer de la Plata.

Picasso
Ergens ook in dezelfde straat, op nummer 4 of 5, huurde pa Picasso in 1896 voor zijn veertienjarige zoontje Pablo diens allereerste atelier. De eigenaren van de voormalige tapasbar op nummer 3 dachten er - ongetwijfeld om commerciële redenen - anders over. Op hun gevel prijkt een levensgrote reproductie van een van Picasso´s bekendste schilderijen.





Picasso schilderde het niet in de Carrer de la Plata - in 1899 verkaste hij al naar een nieuw atelier- maar in een Frans Pyreneeëndorpje, tussen 1906 en 1907. Toen kunstcriticus André Salmon het schilderij in 1916 voor het eerst tentoonstelde, doopte hij het werk Les Demoiselles d’Avignon - in dit filmpje een uitgebreide analyse van het werk  - om een schandaal te voorkomen. 

Catalaanse hoertjes
Want de Franse juffertjes uit Avignon waren in werkelijkheid Catalaanse hoertjes uit een bordeel vlakbij de Carrer de la Plata, aan de Carrer d’Avinyó nummer 44. Picasso ging, jong als hij was, weleens ‘buurten’ bij de roze dames. Bordeelbezoek door late pubers was een maatschappelijk geaccepteerd verschijnsel in het Barcelona van eind negentiende, begin twintigste eeuw

Picasso was niet blij met de fatsoensactie van Salmon. Zijn leven lang noemde hij het schilderij steevast El burdel


De Franse juffertjes uit Avignon waren in werkelijkheid Catalaanse hoertjes

Bono

Haven betekent nu eenmaal Hoeren. Dat weet Pepe als weinig anderen. Al vijf decennia staat hij achter de bar La Plata, op de hoek met de Carrer de La Mercè. Ook het pand zelf is Geschiedenis. Boven de deur prijkt de op één na oudste bouwjaarvermelding van een civiel gebou in Barcelona: ANY MDCXLVIII. 1648.


De kroeg zelf dateert van 1945. Vooral ’s ochtends aan de bar of aan een van de zes tafeltjes vind je nog steeds voormalige dokwerkers en vissers uit de tijd, een paar decennia geleden, dat een een paar meter verder de industriële haven van de stad lag.


 De heren genieten van hun wijntjes en van de vier befaamde tapas van La Plata – probeer de gefrituurde sardientjes, 'pescadito frito'!  En wie weet kom je Bono tegen. De zanger van de Ierse rockband U2 komt als hij in de stad is altijd even langs.








26-02-2018

Het trage gif dat koffie heet


.
"Koffie zal een vergif zijn, maar zo langzaam dat ik het meer dan 80 jaar gebruik, vele malen per dag, en ik heb geen enkele stoornis in mijn lichaam opgelopen."
Bernard le Bovier de Fontenelle

Koffie is café, en die drank drinken Spanjaarden bij voorkeur in een café(taria), een bedenksel van de Turken. In 1475 ging in Constantinopel het eerste café open. De uitsluitend mannelijke clientèle genoot van het opwekkende brouwsel, dat niet alleen het lichaam, maar ook de geest verkwikt. Geen wonder dat de Arabieren koffie beschouwden als een gevaarlijke drug. In 1511 sloten op gezag van de Imans alle koffiehuizen van Mekka en later, in 1532, ook die van Caïro.


Heidens drankje
De Italianen brachten rond 1600 de koffie naar Europa, waar paus Clementius VIII het heidense goedje proefde en terstond goedkeurde voor christelijke consumptie. Een eeuw later telde bijvoorbeeld Engeland al 2000 cafés.

Spanje liet weer eens achter. Pas in 1764 opende in Madrid het eerste cafetaria. Barcelona volgde in 1781, met de zaak van de Italiaan F. Martinelli.



Wereldtentoonstelling
Weer veel later,  vanaf begin 20ste eeuw, zochten de Zuid-Amerikaanse koffietelers nieuwe afzetgebieden. In 1929  kreeg de Spanjaard Germán de Erausquin - op de terugweg van een zakenreis naar Uruguay - opdracht van de Braziliaanse regering  de nationale koffie te promoten op de Wereldtentoonstelling in Barcelona. Meer dan een miljoen kopjes koffie gingen gratis over de tentoonstellingstoonbanken; koffie die afkomstig was uit de gloednieuwe Bracafé-branderij aan de carrer Conte d’Urgell. 



Jaren twintig sfeer
Het Spaanse succes van de Bracafé zorgden voor gelijknamige cafetaria´s in grote steden als Bilbao, Madrid en uiteraard Barcelona. Die op de hoek van carrer Casp en de Passeig de Gràcia ademt nog de sfeer van jaren twintig. Aan de muren uitspraken van 'Vips' over koffie, zoals het citaat boven dit stukje, afkomstig van de Franse filosoof en smulpaap
Bernard le Bovier de Fontenelle

Oorspronkelijk waren deze wijsheden in het Spaans gesteld, maar tegenwoordig is die taal ingeruild voor het Catalaans, een vorm van geschiedvervalsing die je wel meer ziet in het Catalonië van nu.



Meer dan een miljoen kopjes koffie gingen gratis over de tentoonstellingstoonbanken
Bernard le Bovier le Fontanelle stierf in 1857, een maand voor zijn honderste (!) verjaardag, dus hij had vast gelijk met zijn these over koffie als uiterst langzaamwerkend gif. En wie weet waren de talloze aardbeien die Fontenelle naar verluidt verslond gedurende zijn lange leven het ideale tegengif.
 Bracafé, Carrer Casp 2

 
Cortado, café solo, carajillo....

Wegwijzers in de Spaanse koffie-jungle:

Get Your Coffee Right

Get Your Coffee Right 2





BCN BITES - kijk voor meer nieuws over Barcelona en Catalonië op onze Facebook pagina!

04-02-2018

Gaudí en de geest uit de fles




Geboortegevel (detail)

Aardig artikel over de aanstaande schoonmaak van de geboortegevel van Gaudí Sagrada Família in de Catalaanse krant La Vanguardia vandaag. Ter voorbereiding van de opknapbeurt – aanvangsdatum nog onbekend- is de afgelopen tijd een gedetailleerd 3D-model gemaakt van de gevel, gebouwd tussen 1892 en 1930 en in de loop der tijd bedekt onder een grauwe laag ‘tand des tijds’. 

Regenpijpen
Tijden het onderzoek kwamen leuke details boven water. Sommige hebben zelfs met water te maken. Zo blijken de twee zuilen tussen de drie portieken van de gevel niet slechts zuilen maar ook regenpijpen. Het regenwater vloeide ooit uit de bekken van de schildpadden aan de basis van de zuilen. Tot bij latere werkzaamheden de zuilen - stom, stom, stom! - aan de bovenkant werden bedekt.


 Alcohol

Behalve water lijkt er ook alcohol in het spel te zijn. Het groene glas op de vier façade-torens is soms van prestigieuze Orsoni-makelij, maar ook afkomstig van ondermeer cava-flessen - de eerste cava dateert van 1872


Waarmee Gaudí’s uitspraak dat de ‘spirit’ het materiaal moet overwinnen toch een licht-alcoholische draai krijgt.


Zijaanzicht van de geboortegevel in 1930, het jaar van de voltooiing.
 


Echte mensen
En nu de geest toch uit de fles is: een nog jonge Gaudí schreef in zijn dagboek dat het dwaas is om te proberen een fictief object af te beelden. Een regel die hij zijn hele leven trouw bleef. Dus ging hij voor de heiligen, goeierds en slechteriken die de geboortegevel moesten sieren op zoek naar ‘echte mensen’.


 Een alcoholische begrafenisondernemer poseerde als de discipel Judas



Delirum Tremens

Daarbij kwam nogal wat alcohol te pas. In die zin dat voor verrader Judas ene Josep poseerde. Dat klinkt verwarrend, maar deze Josep was geen timmerman, maar een alcoholische begrafenisondernemer die later overleed aan een delirium tremens. En een reus met 6 tanden - ‘6, dat is 666, het getal van de duivel’, juichte Gaudí van binnen, 'ideaal als onschuldigen afslachtende Centurion!' - werd gevonden in een bar.
'De reus met de 6 tanden'

 


 

Cava
Het is maar een fantasie, maar mogelijk kwamen dergelijke drankzuchtigen voor hun poseersessie naar Gaudí’s atelier met een fles goede cava in de hand. Model staan maakt tenslotte dorstig.

 “Laat die lege fles – of flessen - maar hier”, zal Gaudí, die zelf geen druppel dronk, dan uren later gezegd hebben. “Daar kan ik wel iets mee.”










 


BCN BITES - kijk voor meer nieuws over Barcelona en Catalonië op onze Facebook pagina!