09-12-2014

De schaduwzijde van de zon - thrillers in Barcelona



Waar denk je eigenlijk aan bij de stad Barcelona? De stad zal naar alle waarschijnlijkheid positieve associaties oproepen die voor een groot deel te maken hebben met een bezoek aan de hoofdstad van Catalonië. Tapas eten in een typische bar waar de servetjes op de grond een vervlogen herinnering aan het ‘spitsuur’ tijdens etenstijd lijken te zijn; een wandeling in de schaduw, dankzij de palmbomen in Park Güell; of de aanblik van de imponerende stenen massa waaruit La Sagrada Família bestaat.

De Catalaanse auteur Carlos Ruiz Zafón betoverde in 2004 het Nederlandse publiek met adembenemende beschrijvingen van de donkere kant van Barcelona. In zijn boeken leven de hoofdpersonages in een duistere wereld waar zij de last van hun persoonlijke en culturele verleden met zich meedragen. Algauw wilden mensen vanuit heel de wereld de locaties van zijn romans in het echt aanschouwen. De liefhebber van het spannende boek komt de laatste jaren niets te kort en de boeken met Barcelona als setting worden ook steeds populairder bij de Nederlandse lezer.


Maatschappijkritisch
De eerste Spaanse thriller was El clavo y otros relatas de misterio y crimen van Pedro Antonio de Alarcón. ‘El Clavo’ (De Spijker) verscheen 1853, niet lang na Edgar Allan Poe´s The Murders in Rue Morgue (1841), dat algemeen wordt beschouwd als de allereerste detective-roman.

Pedro Antonio de Alarcón, vader van de Spaanse thriller.
Erg populair was het genre in Spanje nooit. Later, onder het Franco-regime, leed het genre ook nog onder de zware censuur. Politiemensen in Spaanse thrillers van die tijd waren bijna daarom steevast de good guys. Een interessante uitzondering was Mario Lacruz’ El Inocente (De onschuldige) uit 1953. Het verhaal over een manipulatieve plattelands politie-inspecteur speelt zich echter af in een land dat nadrukkelijk níét Spanje is.

 In 1972 publiceerde Manuel Vázquez Montalbán (Barcelona 1939-2003), de eerste van zijn vele boeken rond Pepe Carvalho. De Carvalho van Yo Maté a Kennedy (Ik doodde Kennedy) is een uit Spanje uitgeweken communist en CIA-lijfwacht. Het verhaal zelf is geen who-done-it, maar een kritische afrekening met de Amerikaanse maatschappij en haar obsessies, vermomd als avonturenroman.


Pas in de latere boeken - Tatuaje, het tweede Carvalho-boek, verscheen in 1974 - zien we Carvalho als de hard living privé-detective, zich bewegend door de mean streets van Barcelona. Een man die blij is verlost te zijn van Franco – zijn schepper Vázquez Montalban zat om zijn verzet tegen de dictator drie jaar in de cel, zijn 'tweede universiteit’  – maar vooral iemand die sceptisch is over wat daarna kwam.

Pepe Carvalho (Eusebio Poncela ) in een Spaanse tv-serie rond de schepping van Vázquez Montalbán

De Carvalho-boeken zijn dan ook bovenal een kritische reflectie op het Spanje van de Transitie, de geleidelijke overgang van de dictatuur naar een democratie. Een land waarin ‘dezelfde honden, maar met andere halsbanden’ aan de macht bleven. Met alle negatieve gevolgen van dien voor Spanje en voor Carvalho´s geliefde stad, Barcelona.

Bargoens
Manuel Vázquez Montalbán stadgenoot Eduardo Mendoza (Barcelona, 1943) schreef met El misterio de la cripta embrujada (1976) een andere vroege Barcelona-thriller waarin de  Transitie in een kritisch daglicht staat.  Het verhaal van een vroegere politie-informant die uit een psychiatrische inrichting wordt geplukt om een verdwijning op een katholieke meisjesschool te onderzoeken is nog eens komisch ook.  Het boek werd vertaald als Het geheim van de behekste crypte (Arena, 1991)  en is met beide vervolgdelen gebundeld als De Barcelona-Trilogie (Vassallucci, 2003)

Veel auteurs geven  'hun' inspecteur of rechercheur een heldenrol, als tegengeluid voor het Spaanse politieapparaat

Veel van de kenmerken van de thrillers geschreven door de twee bovengenoemde grootheden vind je standaard terug in het werk van hun Spaanse navolgers: de setting is  (grote) stad; het taalgebruik  put uit de straattaal en het Bargoens, de taal van de onderwereld; de thema´s zijn vaak politiek getint en maatschappijkritisch. Niet verrassend is de meestal negatieve rol van de politie,  besmet als zij immers is door haar verleden, denk alleen maar aan het machtsmisbruik van de Guardía Civil onder het Franco-regime.  Daarentegen geven veel auteurs 'hun' inspecteur of rechercheur een heldenrol, als tegengeluid voor het Spaanse politieapparaat. Met deze tegenstelling is ook het gegeven verbonden dat in de Spaanse thriller het ‘goede’ niet altijd het ‘kwade’ kan overwinnen.

Wandelen door duister Barcelona

In mijn boekenkast staan naast alle boeken van Carlos Ruiz Zafón ook de thrillers van twee auteurs die hun geboortestad Barcelona  in hun hart meedragen. Antonio Hill en Julián Sánchez (beiden van 1966) zorgen ervoor dat hun hoofdpersonages de lezer aan de hand nemen en met hen door het duistere Barcelona wandelt. Beide auteurs mogen in één adem genoemd worden met Carlos Ruiz Zafón, de schrijver die Barcelona een geheel nieuwe dimensie gaf.

De volgend vier thrillers laten je, veilig thuis op de bank, genieten van de verborgen kanten van die overweldigende metropool, Barcelona:


Antonio Hill – Dodelijke zomer. Signatuur, 2012.

Het thrillerdebuut van Antonio Hill (in zijn thuisland Spanje bekend onder de auteursnaam Toni Hill) draait om inspecteur Héctor Salgado, rechercheur bij de Barcelonese politie. Samen met zijn assistente Leire Castro onderzoekt hij een ongelukkige val uit een raam, waarbij een negentienjarige jongen om het leven is gekomen. Maar als Salgado en Castro op feiten stuiten die een heel ander verhaal vertellen, twijfelen ze op deze zaak wel afgesloten mag worden als ‘ongeluk’.

Héctor woonde op de bovenste etage van een pand met drie verdiepingen. Niets speciaals, een van die vele typische woningen in de Poblenou-buurt, vlak bij een metrostation en een paar straten verwijderd van een rambla die in geen enkele reisgids voorkwam.  (pag. 13)


Antonio Hill – De wraak van de honden. Signatuur, 2013.

In het vervolg van Dodelijke zomer bevindt Barcelona zich volop in het kerstseizoen. De wind is guur en de stad lijkt te zuchten onder de economische crisis. Inspecteur Salgado wordt op een vreemde zaak gezet waarbij een familie slachtoffer is geworden van moord. Daarnaast worstelt hij met zijn privéleven waarmee de zorg voor zijn veertienjarige zoon het alleen maar zwaarder lijkt te maken.

Voor de tweede keer in korte tijd kijkt inspecteur Héctor Salgado om, ervan overtuigd dat iemand hem observeert, maar het enige wat hij ervan ziet zijn onbekende en onverschillige gezichten, mensen die zoals hij over de drukke Gran Via lopen en af en toe bij de kraampjes met speelgoed en cadeaus stoppen die op de trottoirs staan. (pag. 11)


Julián Sánchez – De stem van de doden. Querido, 2012.

Julián Sánchez betoverde zijn publiek al eerder met de roman De Antiquair (Querido, 2011) maar slaat een nieuwe weg in door het personage van inspecteur David Ossa te introduceren. In  De stem van de doden introduceert de Catalaanse auteur een schaduwwereld die zich afspeelt in Barcelona. Door middel van zeer gedetailleerde beschrijvingen laat de auteur zien dat geen enkele plek hem vreemd is en lijkt hij de lezer soms bij de hand te willen nemen door de vele zijstraten die Barcelona kent. In deze thriller wordt inspecteur Ossa belast met een moeilijke opdracht: het oplossen van een meervoudige moord en zelfmoord op de Rambla, het hart van Barcelona.

Ik woon vlak bij het Sant Pau-ziekenhuis; vanuit mijn huis zie je de groeiende torens van de Sagrada Família, die zich op zoek naar de Geliefde Vader extatisch naar de hemel oprichten. Vroeger waren ze prachtig, waren ze nog slechts een belofte. (pag. 12)


Julián Sánchez – Het gezicht van het kwaad. Uitg. Querido, 2014.

Het tweede deel rondom het personage van inspecteur David Ossa is spectaculair te noemen. Door een terroristische aanslag in een warenhuis in Barcelona vallen er vele doden. Explosievenexpert Alex Martín is één van de hulpverleners die deze ramp probeerde te voorkomen, maar wordt uiteindelijk zelf een slachtoffer. Na een jaar lang in coma gelegen te hebben, is Alex maar uit op één ding: wraak. Ondertussen wordt inspecteur Ossa op een zaak gezet die hem naar het uitgestrekte riolenstelsel van Barcelona brengt. Zijn intuïtie kan hem nu zeker niet in de steek laten.

O Barcelona! Wat ben je prachtig in die eerste uren van de ochtend, met dat lichte windje dat zachtjes streelt, zonder andere voetgangers in de straten dan de bewoners van de wijk. Vandaag, oude stad, heb je een van die dagen waarop je in een mooie vrouw verandert en aantrekkingskracht uitoefent op de weinige mensen die je op waarde willen of kunnen schatten. (pag. 133)


Tekst: Soraya Vink
Soraya volgt in Utrecht een MA-opleiding voor eerste graads docente Spaans.  Haar grote boekenliefde zijn thrillers. Ze recenseert Spaanse en andere boeken op haar blog  Soraya Schrijft.   Twitter:  @SorayaSchrijft










BCN BITES - kijk voor meer nieuws over Barcelona en Catalonië op onze Facebook pagina!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten